In Memoriam Hein de Haan: Bouwmeester van mogelijkheden

Ruigoord Variaties - Hein de Haan, bouwer op Ruigoord

Ruigoord Variaties – Hein de Haan, bouwer op Ruigoord

Woensdag 12 augustus nam Ruigoord afscheid van Hein de Haan, die op 4 augustus onverwacht in zijn slaap overleed. Hein trad in 2009 toe tot het bestuur van St. Ruigoord met als portefeuille de renovatie en nieuwbouw. Na tien jaar praten slaagde hij er al eerste in om samen met het dorp een plan te maken waar iedereen achter stond. De plannen zijn de afgelopen twee jaar daadwerkelijk uitgevoerd op de bouw van het nieuwe dorpshuis en een mussenonderkomen na.

‘Helaas was het niet mogelijk om Hein op te baren in de kerk en naar goed Ruigoords gebruik een wake te houden’, aldus Rudolph Stokvis. Gelukkig was wel het portret van Hein in de reeks Ruigoord Variaties net afgekomen. ‘Hein heeft de afgelopen weken geposeerd en op de vrijdag voor zijn overlijden heb ik het afgemaakt’, vertelde schilder Hennie van der Vegt.

Tijdens het afscheid deelden vier sprekers hun herinneringen aan Hein de Haan: Hans Plomp in zijn rol als spreekstalmeester van het dorp, bestuursadviseur Luuk Hamer, Ruigoord Ambassadeur Aja Waalwijk en tot slot Ruigoords’ galeriehoudster Grazyna Przybyl. De rode draad in hun verhalen: Hein was een man met een enorm vermogen om groepen mensen hun dromen waar te laten maken.

Hans Plomp schetste Hein de Haan als de man die het voor elkaar kreeg om het dorp verbinden aan een plan voor nieuwbouw en renovatie voor Ruigoord. Nu dit op een haar na is uitgevoerd, fluisterde voorouder Simon Vinkenoog Hans gisterenavond in dat Ruigoord nog iets meer is gaan lijken op de wereld die we betreden na ons leven op deze aarde. Hans troostte de aanwezigen met een boeddhistische zegswijze: Als je geboren wordt dan huil jij en lachen de anderen, en als je overlijdt lach jij en huilen de anderen.

Bestuursadviseur Luuk Hamer memoreerde Hein als de onvermoeibare en altijd optimistische trekker van de renovatie en nieuwbouw. Onder zijn leiding werden er tien nieuwe ateliergebouwen neergezet, waardoor er ruim 20 nieuwe atelierhouders konden instromen. De oudbouw werd gerenoveerd en de kerk kan ook weer 80 jaar mee. ‘Makkelijk was dat niet, want er was altijd wel ergens iemand te vinden die een bezwaar wist te formuleren’, memoreerde Luuk. ‘Maar het lukte en nu staat er iets waar Ruigoord nog tot in de lengte der jaren plezier van zal hebben. Er vallen enorm veel gaten nu hij er niet meer is. Dat geldt ook voor nieuwe initiatieven waarbij Hein betrokken was, zoals het nieuwe project Dennendal.’

Aja Waalwijk leerde Hein midden jaren ’70 kennen bij de kraak van Uilenburcht, waar Dr. Rat woonde en ook Montje Joling. Het waren de jaren van de stadsvernieuwing en de grote ingrepen in de infrastructuur van de stad. Overal spotte Aja Hein, altijd in de weer om de gemoederen te kalmeren én om een plan in de week te leggen om ook deze keer de gevolgen van het Wibautisme waar het stadsbestuur aan leed – alles slopen – te keren. Dat lukte niet altijd, maar vaak ook wel. Hein heeft honderden panden in de stad kunnen bewaren waardoor zij een nieuwe bestemming konden krijgen. Aja: ‘Het was heel bijzonder om na de bestuurscrisis in 2008 te zien hoe het het nieuwe bestuur de enorme ervaring met het begeleiden van groepsprocessen inzette om langzaam naar gestaag tot essentie te komen, waardoor ook het draagvlak ontstond voor de nieuwbouw.’

Grazyna Pryzbyl begon met haar herinnering met de vraag aan alle aanwezigen om eens flink te niezen. ‘Hatsjoe’, dat hebben we Hein vaak horen zeggen als er een hobbel in beeld kwam. Zijn vermogen om ook in contact te blijven als je het over de zaak niet met elkaar eens was, heeft hem een netwerk opgeleverd dat de hele wereld omspande: Van Urban Resort en Museum ’t Schip, Vrijburcht en Nieuw & Meer tot dorpjes in China op een dagreis afstand van de dichtstbijzijnde snelweg.
Grazyna: ‘Hein zei altijd: In de bouw heb je altijd tegenslagen, de realiteit pakt altijd anders uit dan het plan. Daar moet je oplossingen voor zoeken, want je hebt als architect de mensen wat beloofd.’ Hein was een warme persoonlijkheid met een heldere geest die zich in dienst stelde van de raelisatie van de ambities en dromen van anderen. En Hein was ook een groot leraar. Hij was ook een echte leraar. Dus bloemetje: Wees aardig, trek je niets aan van idooit gedoe, ga goed om met tegenslagen.’

Zelf werkte ik in de jaren 2009 – 2015 intensief met Hein samen in het bestuur van Stichting Ruigoord. Wij werden bij elkaar gebracht door Eric Duivenvoorden. We waren het heel snel eens over de aanpak die we moesten volgen om de gevolgen van de bestuurlijke crisis uit 2008 te bezweren en tot een gedragen plan voor de revitalisatie van Ruigoord te komen. We deelden onze ervaring in het begeleiden van groepsprocessen en waren het daarover verrassend eens, ondanks onze verschillende ‘walks of life’. Natuurlijk schuurde het ook wel eens flink tussen ons in onze rollen als bestuurders. Dan belden we elkaar. ‘Mag ik je even toespreken’, was onze code om het gesprek over het conflict te openen. We hebben altijd alles uit de weg kunnen ruimen.

Lieve Hein, mag ik je nog één keer toespreken. Ik ben het er totaal niet mee eens dat je zo vroeg bent vertrokken. Ik was gisteren op Ruigoord bij je afscheid en keek met nieuwe ogen naar wat alles je daar hebt neergezet. Iedereen die ik sprak vertelde me dat het doel wat ons in 2009 stelden, is gerealiseerd. Iedereen is blij met het nieuwe élan in een dorp dat er in bouwkundig opzicht weer jaren tegen aan kan. Wil je Montje, Simon en de bakker de hartelijke groeten van ons overbrengen? En wist je al dat het dorpshuis het Hein de Haan Huis gaat heten?

Modern centraliseren

VL_modemuzes Zeven musea met een modecollectie hebben de handen in een geslagen en de gezamenlijke website Mode Muze ontwikkeld. Ze creëren hiermee  één centrale entree voor iedereen die is geïnteresseerd in mode, kostuums en accessoires. Met deze stap geven de musea op creatieve wijze invulling aan de moeilijk te realiseren wens om de modecollecties op een plek te verzamelen en te ontsluiten. Er werd al jaren gesproken over de mogelijkheid om een nieuw modemuseum te ontwikkelen, waarin deze collecties zouden worden samengebracht. Voor de deelnemende musea in feite niet zo’n aantrekkelijke optie, omdat ze daarmee het eigen mode en kostuums kwijtraken. Voor de musea is dit juist een aantrekkelijke doelgroep, heel anders samengesteld  dan het reguliere museumpubliek.

Het mes van Mode Muze snijdt aan twee kanten: de collecties worden virtueel samengebracht én binnen de samenwerking ontstaan programma’s voor doelgroepen als studenten en professionals in de mode. Via sociale media ontstaat ook een platform voor mode en kostuum kenners en liefhebbers voor het vinden en delen van kennis. Nu maar hopen dat een goed voorbeeld snel doet volgen, bijvoorbeeld voor Nederlands design.

Bekijkt de website op www.modemuze.nl

 

Trendrede 2014: van polderen naar kanaliseren

Op dinsdag 10 september werd de vierde TRENDREDE uitgesproken, een cadeau voor burgers, bedrijven en bestuurders in Nederland en belangeloos samengesteld door tien trendwatchers.

De grote zaal van Seats-To-Meet in Utrecht zat bomvol en nog eens 350 mensen luisterden mee via de stream. Binnen een half uur na de start was #trendrede trending topic dankzij de 1641 tweets die werden rondgestuurd en bijna 4,3 miljoen impressies bereikten.

Het doel van de TRENDREDE is Nederland een uitgelicht pad richting de toekomst aan te bieden. En daarmee deden de trendwatchers waar de voorzitter van de Raad van State in april nog zo dringend om vroeg en wat premier Rutte maar niet lukt om op inspirerende wijze in te vullen: uitleggen wat de dynamiek is achter de veranderingen die wij allemaal elke dag ervaren en voorbeelden geven van mogelijke aanpakken. ‘Een crisis die vijf jaar aanhoudt, is geen crisis meer maar een signaal dat de wereld verandert. En dat is waar de overheid op moet reageren’, aldus Donner. Een oproep dus om uit het probleem te stappen dat crisis heet, te onderzoeken hoe de wereld verandert en welke ‘drivers of change’ daaraan ten grondslag liggen, om vervolgens te bedenken hoe je de zaken wel wilt vormgeven en dit ook ten uitvoer te brengen.

De trendwatchers gaven in hun TRENDREDE tientallen voorbeelden van die aanpak. Ik persoonlijk raakte enthousiast van de miniscanner SCANADU. Dit mini apparaatje geeft je in combinatie met een app de de mogelijkheid om zelf te meten hoe het er voor staat met je vitale lichaamsfuncties en dus ook zelf te onderzoeken hoe je de werking ervan in positieve zin kunt beïnvloeden. Goed nieuws in de week na het wereldcardiologen congres in Amsterdam, waar onomwonden werd gesteld dat die hele beroepsgroep overbodig wordt wanneer niemand meer rookt en we er in slagen om ons gewicht onder controle te houden. En stel je eens voor wat het effect daarvan is op de zorgkosten.

Terug naar de Trendrede. De grote vraag van deze Trendrede is wat voor kan zorgen dat het Nederlandse stuwmeer aan innovaties nu kan doorbreken naar de praktijk van alledag. Bestaande systemen, structuren en regels moeten van vorm veranderen, stellen de trendwatchers. De allerbelangrijkste opgave voor de overheid is dus om ervoor te zorgen dat zij niets doet wat het oude systeem in stand houdt en bij het ontwerp van nieuwe regelingen goed op te letten dat de transformatie naar een duurzame en gezonde samenleving wordt bevorderd.

Daarmee wordt duidelijk dat het besturingsmodel van het overheid zelf een transformatie behoeft: van ‘het polderen’ waarmee de grote vraagstukken van de 20ste eeuw werd aangepakt, naar ‘het kanaliseren’ in de 21ste eeuw. Kanaliseren is een besturingsmodel waarin de overheid actief de bakens uitzet en actief het maken van dwarsverbindingen stimuleert om veelbelovende innovaties uit te bouwen tot de nieuwe normale praktijk. Dat is de manier om het systeemelastiek op te rekken.

Na afloop ontspon zich in de zaal over dat deel van de Trendrede een interessant gesprek. Het zal zeker helpen als we in ons denkraam ruimte maken voor nieuwe oplossingen, maar is het noodzakelijk dat de innovaties aan de gang moeten met opschalen, groeien en uitrollen. Dit zijn nu juist de begrippen waarvan eerder werd vastgesteld dat ze behoren bij het oude denken.

Eén ding is zeker ondertussen: De transformerende overheid ondertussen krijgt de komende maanden een paar interessante testcases voor de kiezen, zoals het woon akkoord, het pensioen akkoord en de proefboringen naar schaliegas. Op al deze terreinen zijn interessante alternatieven voorhanden, die geen keuze afdwingen tussen het halfvolle of het half lege glas, maar de kraan gevonden hebben.

Een nieuwe toekomst voor een serviceflat


Terwijl het aantal ouderen in Nederland rap groeit, neemt de leegstand in de zogenaamde “service flats” met rasse schreden toe. Service flat ‘Atlanta’ te Velp, waar mijn schoonmoeder sinds twee jaar woont, kampt met een leegstand van 25%. Dat is een regelrechte financiële ramp, want dat betekent dat servicekosten in hun geheel opgaan aan de lonen van de service verlenende medewerkers en er voor een nieuwe CV-ketel geen geld is en ander noodzakelijk onderhoud geen geld is.
Veranderlab hielp de bewonerscommissie die dit lastige probleem wil gaan oplossen met de eerste stappen.
Eerst spraken we over het succes van ‘Atlanta’ in het verleden. Dat leverde prachtige verhalen over de eerste flat in Velp waar gegoede Arnhemmers en oud Indië gangers maar al te graag in trokken vanwege de goede keuken en het goede personeel. Je trof er ons soort mensen, legde één van de dames die er al langer woont, ons uit. Mensen met een interessant verleden, die ook in de derde leeftijd zoals de Vlamingen dat zo mooi noemen, maatschappelijk actief zijn en geïnteresseerd in de mensen en de wereld om hen heen. We hebben echt persoonlijke aandacht voor elkaar, in goede en in slechte tijden.’ De hele tafel knikte eenstemmend.
Het mooie was dat de nieuwe bewoners deze omschrijving meteen herkenden. En er aan toevoegden dat de omvang van de flat, met 42 appartementen, ook heel prettig is. Groot genoeg om er voldoende geestverwanten aan te treffen en klein genoeg om iedereen persoonlijk te kennen. Zo praten ontdekten we dat zowel de makelaars als de website vooral het vastgoed in de étalage zetten, en daarmee onderscheidt Atlanta zich eigenlijk niet van het aanbod in de omgeving. Integendeel, in heel Velp kun je goedkoper huren. Het bijzondere van de gemeenschap van de bewoners in deze flat wordt eigenlijk nergens goed neergezet. Op de flap ‘hoe krijgen we Atlanta weer vol’, verzamelden we de ideeën om dat beter te doen. Waarom niet de verhalen van enkele bewoners op de website gezet en alle ontspanningmogelijkheden in de buurt verzameld? Is het mogelijk om een gemeenschappelijke hobbykamer te organiseren? Kunnen we die keuken weer terugkrijgen? Zullen we de nieuwe bewoner die hoogleraar is geweest in Maastricht eens uitnodigen voor een voordracht? Kunnen we de servicekosten inzichtelijk maken, want meer dan de helft van het bedrag is voor gas, licht en groot en klein onderhoud!

De ‘flappen’ worden de komende week besproken met alle bewoners in de koffiekamer. Mevr. Scheltinga neemt hier de leiding over. Daar werd ik vrolijk van want als er na een middag samen werken geen vingers in de lucht gaan als het werk wordt verdeeld, dan is er iets niet goed gegaan. In een vitale gemeenschap nemen mensen immers zelf de regie over hun toekomst in handen. En ik was aan het eind van de middag toch weer opnieuw onder de indruk hoeveel energie er loskomt als je je focust op de successen en hoe je daar meer van krijgt. Ook als de gemiddelde leeftijd iets onder de tachtig ligt kun je je op deze manier prima voorbereiden op je rol als gesprekspartner voor de stichting die de opdracht krijgt om voor ‘Atlanta’ een revitalisatieplan te maken.

Al gebeld?

In de ochtend laat ik mij altijd wekken door de nieuwsuitzending op Radio 1. Zo ook vandaag, net uit mijn slaap bleek ik toch wakker genoeg om te horen dat er binnen 2 minuten drie voorbeelden van niet gelukte samenwerking de revue passeerden. De door Obama ingestelde begrotingscommissie bestaande uit conservatieven en democraten, heeft de handdoek in de ring gegooid. De breuk binnen de Raad van Commissarissen van Ajax is nu ook officieel onherstelbaar. En de Belgische formateur gaat wederom op Koninklijk Bezoek om zijn opdracht terug te geven.

Volstrekt uiteenlopende situaties en opdrachten, maar ze maken maar weer eens duidelijk dat er samen uit komen niet vanzelfsprekend is. Aan het gevoel van noodzaak en urgentie kan het niet liggen. Ook in de VS vraagt de economische situatie om krachtige maatregelen en bij bereiken van het wettelijk schuldenplafond hebben conservatieven en democraten geen mogelijkheden meer tot strikt inhoudelijke keuzes  voor bezuinigingen. Ook Ajax kan zich, als bedrijf en als voetbalclub, geen aanhoudende ruzie en onbestuurbaarheid permitteren. De dure Champions League punten dienen veiliggesteld en de aandelenkoersen moeten zich weer in een positieve lijn gaan bewegen. Evenzeer realiseert de huidige groep onderhandelaars in België zich,
dat zij in feite de laatste hoop zijn om het zwaar beschadigde imago van België, nationaal en internationaal, weer op te poetsen.

Zo blijkt maar weer dat een urgentie alleen niet voldoende is om een commissie, raad of formatie in beweging te krijgen. Zou hier ook spelen dat het wat, waarom en waartoe van de verandering onvoldoende op orde is om een gezamenlijke koers te kunnen gaan varen, laat staan er mee naar buiten te treden. Het zou zo maar kunnen en daarmee typisch een vraag voor het Veranderlab. We zijn of hebben nog niet gebeld, dus vooralsnog blijft het bij een interessante denkoefening hoe je met een Daglab (of Daylab voor de VS) weer beweging en gezamenlijkheid kan krijgen in de Belgische formatie, Amerikaanse begrotingspolitiek of dichter bij huis Nederlandse topsport.

Eén dag Dutch Designweek


1800 designers, 65 locaties en misschien wel 250.000 bezoekers. Eindhovens’ Burgemeester Rob van Gijzel meldt het met zichtbaar genoegen bij de opening van DutchDFA sessie. Het is de tiende editie van de Dutch Designweek en heel Eindhoven is er vol van.
Ik heb éénn dag te besteden en koos voor sessie van DutchDFA, het Designhuis, het Klokgebouw, de eindexamen expositie van de Design Academy, het nieuwe imperium van Piet Hein Eek, en de presentatie Dutch Design Awards. Maar het absolute hoogtepunt van de dag was een piepkleine presentatie in het Van Abbe Museum.

Materiaalfonds en Stichting DOEN presenteren daar voor de derde keer de winnaars en genomineerden van de DOEN | Materiaalprijs, een prijs voor onderzoek naar en experiment met materialen.

Tjeerd Veenhoven baart er opzien met zijn slippers van Areca palmblad. Als je dat op de juiste wijze voorbehandelt, wordt het zo soepel als leer en kun je er dus tassen of teenslippers van maken. Een vondst van groot belang, want ‘flip flops’ zijn in grote delen van de wereld populair schoeisel en zorgen voor afval dat tot in de eeuwigheid op de aardbol blijft rondzwerven.

Ook interessant vond ik de stoffen die Lenneke Langenhuijsen leerde maken tijdens haar bezoek aan Tonga. De Tonganen maken al eeuwen vloerkleden en lijkwaden door stukken boombast van de Moerbei of Broodboom te bekloppen. Langenhuijsen dreef het op de spits en ontdekte dat het geklopte materiaal wasbaar wordt door erop te borduren. Daarna kun je er nog allerlei andere bewerkingen op los laten. Het resultaat ziet er er niet een prachtig uit, het voelt ook nog eens heerlijk zacht aan. Gerald Lindner tot slot was op zoek naar goedkope gevelisolatie en kwam tot een combinatie van geperste houtvezelplaat, dat bekleed werd met strips van gerecycled teflon. Het effect is een poëtische aandoende gevel die beweegt in de wind.

De derde edite DOEN | Materiaal prijs laat zien dat duurzaam design definitief uit het geitenwollensokken hoekje is gekropen. Sterker: Duurzaam denken en creativiteit leveren zeer begeerlijke objecten en oplossingen op. En dat is meteen de les voor veranderaars: het lukt je alleen als de verandering begeerlijke objecten of vergezichten oplevert.
Nog te zien tot en met zondag 30 oktober, dus ga gauw kijken voor het te laat is.
DOEN | Materiaalprijs 2011, van Abbe Museum, Bilderdijklaan 10, Eindhoven

Soms gaat het ook mis

Soms gaan culturele projecten gewoon mis. Zoals het Nationaal Historisch Museum (NHM), dat maar drie turbulente jaren leefde. Al lang wilde ik weten wat de betrokkenen zelf erover zeggen. En die kans kreeg ik: tijdens Komjeook-“Fail” vertelden betrokkenen over diverse mislukte culturele projecten zoals het NHM. Boeiend natuurlijk, zeker als je vak ‘veranderen’ is.

De verhalen van de zeven sprekers waren erg wisselend, soms boeiend, soms persoonlijk, soms ook grappig. Vooral twee sprekers maakten veel indruk op mij: Eric Schilp van het NHM trapte af met een heel open en zelfkritisch verhaal, zoals ik het van hem niet verwacht had. Hij vertelde onder andere hoe hij steeds ijdeler werd toen hij zo vaak in de media verscheen, en hoe hij pas na verloop van tijd erachter kwam dat deze ijdelheid hem en het project alleen maar schaadde. Ik kan me heel goed voorstellen dat dit gebeurt. Maar voor 200 man erover vertellen? Chapeau!

Ook Robin Lemmers van MuzyQ vond ik erg sterk. De lastige geschiedenis van dit Amsterdamse project kent inmiddels iedereen. Hij voegde zijn eigen inzichten eraan toe, onder andere over de tunnelvisie waarin hij terechtkwam. Een herkenbare valkuil: je hebt je doel zo duidelijk voor ogen, dat je vergeet om links en rechts te kijken en te luisteren.

Mij viel vooral een ding op: je kunt uit elk van deze projecten in grote lijnen dezelfde lessen trekken. Of het nou gaat om het NHM, MuzyQ, de lastige bouwgeschiedenis van het DelaMar Theater, of de afgezegde Manifesta in 2006.

Voorwaarde voor succes is een duidelijk doel, een visie. Maar vergeet nooit dat je met alle betrokkenen, je buren, je critici, wellicht de politiek moet praten en ook echt naar ze moet luisteren. Draagvlak creëren heet zoiets, en het is essentieel, zo blijkt weer eens. Vergeet ook de zakelijke kant van je project niet, het is een absolute voorwaarde om dat goed op orde te hebben. En voorkom tunnelvisie: zorg ervoor dat je kritische mensen om je heen hebt die je waarschuwen als je de mist in loopt. Blijf altijd kritisch, ook en vooral naar jezelf toe.

En, zo zeggen alle sprekers eensgezind: als het in je onderbuik niet goed voelt, is dat een teken dat je serieus moet nemen. Luister ernaar, en doe er iets mee.

Ver-Anderen

Ik ben thuis nog een laatste blik aan het werpen voor een stukje op de site van het Veranderlab. Mijn dochter, die in groep 3 zit en leert lezen, kijkt belangstellend toe. Ze past fanatiek haar nieuw verworven vaardigheden toe van woorden hakken en letters plakken. Dat levert direct een verrassende kijk op de materie op:

V e r – A n d e r e n.

Daar zit veel waarheid in: een verandering, vernieuwing of bedreiging is vaak iets wat zich ver weg afspeelt, letterlijk,” ja in Griekenland moeten ze echt bezuinigen, wij hebben dat al veel beter geregeld”, of figuurlijk, “het integreren van social media in onze dienstverlening? Maar ik moet toch gewoon les geven?” . Ook is het een natuurlijke reactie om te denken dat het beter wordt als de ander eerst een begin maakt met veranderen. Dan “kan ik daarna kijken of en wat ik zelf eventueel anders zou kunnen doen” of, tot op het hoogste niveau “doe toch eens normaal man!”, als voorwaarde voor goed functioneren van jezelf.

Zo bekeken zit de uitdaging er dus vooral in om van Ver-Anderen één woord te maken. Eind groep 3 moet mijn dochter dat technisch gezien zeker kunnen, maar op welke leeftijd kunnen we het ook echt in de praktijk brengen?

Anne-Marie Jeunink