In Memoriam Hein de Haan: Bouwmeester van mogelijkheden

Ruigoord Variaties - Hein de Haan, bouwer op Ruigoord

Ruigoord Variaties – Hein de Haan, bouwer op Ruigoord

Woensdag 12 augustus nam Ruigoord afscheid van Hein de Haan, die op 4 augustus onverwacht in zijn slaap overleed. Hein trad in 2009 toe tot het bestuur van St. Ruigoord met als portefeuille de renovatie en nieuwbouw. Na tien jaar praten slaagde hij er al eerste in om samen met het dorp een plan te maken waar iedereen achter stond. De plannen zijn de afgelopen twee jaar daadwerkelijk uitgevoerd op de bouw van het nieuwe dorpshuis en een mussenonderkomen na.

‘Helaas was het niet mogelijk om Hein op te baren in de kerk en naar goed Ruigoords gebruik een wake te houden’, aldus Rudolph Stokvis. Gelukkig was wel het portret van Hein in de reeks Ruigoord Variaties net afgekomen. ‘Hein heeft de afgelopen weken geposeerd en op de vrijdag voor zijn overlijden heb ik het afgemaakt’, vertelde schilder Hennie van der Vegt.

Tijdens het afscheid deelden vier sprekers hun herinneringen aan Hein de Haan: Hans Plomp in zijn rol als spreekstalmeester van het dorp, bestuursadviseur Luuk Hamer, Ruigoord Ambassadeur Aja Waalwijk en tot slot Ruigoords’ galeriehoudster Grazyna Przybyl. De rode draad in hun verhalen: Hein was een man met een enorm vermogen om groepen mensen hun dromen waar te laten maken.

Hans Plomp schetste Hein de Haan als de man die het voor elkaar kreeg om het dorp verbinden aan een plan voor nieuwbouw en renovatie voor Ruigoord. Nu dit op een haar na is uitgevoerd, fluisterde voorouder Simon Vinkenoog Hans gisterenavond in dat Ruigoord nog iets meer is gaan lijken op de wereld die we betreden na ons leven op deze aarde. Hans troostte de aanwezigen met een boeddhistische zegswijze: Als je geboren wordt dan huil jij en lachen de anderen, en als je overlijdt lach jij en huilen de anderen.

Bestuursadviseur Luuk Hamer memoreerde Hein als de onvermoeibare en altijd optimistische trekker van de renovatie en nieuwbouw. Onder zijn leiding werden er tien nieuwe ateliergebouwen neergezet, waardoor er ruim 20 nieuwe atelierhouders konden instromen. De oudbouw werd gerenoveerd en de kerk kan ook weer 80 jaar mee. ‘Makkelijk was dat niet, want er was altijd wel ergens iemand te vinden die een bezwaar wist te formuleren’, memoreerde Luuk. ‘Maar het lukte en nu staat er iets waar Ruigoord nog tot in de lengte der jaren plezier van zal hebben. Er vallen enorm veel gaten nu hij er niet meer is. Dat geldt ook voor nieuwe initiatieven waarbij Hein betrokken was, zoals het nieuwe project Dennendal.’

Aja Waalwijk leerde Hein midden jaren ’70 kennen bij de kraak van Uilenburcht, waar Dr. Rat woonde en ook Montje Joling. Het waren de jaren van de stadsvernieuwing en de grote ingrepen in de infrastructuur van de stad. Overal spotte Aja Hein, altijd in de weer om de gemoederen te kalmeren én om een plan in de week te leggen om ook deze keer de gevolgen van het Wibautisme waar het stadsbestuur aan leed – alles slopen – te keren. Dat lukte niet altijd, maar vaak ook wel. Hein heeft honderden panden in de stad kunnen bewaren waardoor zij een nieuwe bestemming konden krijgen. Aja: ‘Het was heel bijzonder om na de bestuurscrisis in 2008 te zien hoe het het nieuwe bestuur de enorme ervaring met het begeleiden van groepsprocessen inzette om langzaam naar gestaag tot essentie te komen, waardoor ook het draagvlak ontstond voor de nieuwbouw.’

Grazyna Pryzbyl begon met haar herinnering met de vraag aan alle aanwezigen om eens flink te niezen. ‘Hatsjoe’, dat hebben we Hein vaak horen zeggen als er een hobbel in beeld kwam. Zijn vermogen om ook in contact te blijven als je het over de zaak niet met elkaar eens was, heeft hem een netwerk opgeleverd dat de hele wereld omspande: Van Urban Resort en Museum ’t Schip, Vrijburcht en Nieuw & Meer tot dorpjes in China op een dagreis afstand van de dichtstbijzijnde snelweg.
Grazyna: ‘Hein zei altijd: In de bouw heb je altijd tegenslagen, de realiteit pakt altijd anders uit dan het plan. Daar moet je oplossingen voor zoeken, want je hebt als architect de mensen wat beloofd.’ Hein was een warme persoonlijkheid met een heldere geest die zich in dienst stelde van de raelisatie van de ambities en dromen van anderen. En Hein was ook een groot leraar. Hij was ook een echte leraar. Dus bloemetje: Wees aardig, trek je niets aan van idooit gedoe, ga goed om met tegenslagen.’

Zelf werkte ik in de jaren 2009 – 2015 intensief met Hein samen in het bestuur van Stichting Ruigoord. Wij werden bij elkaar gebracht door Eric Duivenvoorden. We waren het heel snel eens over de aanpak die we moesten volgen om de gevolgen van de bestuurlijke crisis uit 2008 te bezweren en tot een gedragen plan voor de revitalisatie van Ruigoord te komen. We deelden onze ervaring in het begeleiden van groepsprocessen en waren het daarover verrassend eens, ondanks onze verschillende ‘walks of life’. Natuurlijk schuurde het ook wel eens flink tussen ons in onze rollen als bestuurders. Dan belden we elkaar. ‘Mag ik je even toespreken’, was onze code om het gesprek over het conflict te openen. We hebben altijd alles uit de weg kunnen ruimen.

Lieve Hein, mag ik je nog één keer toespreken. Ik ben het er totaal niet mee eens dat je zo vroeg bent vertrokken. Ik was gisteren op Ruigoord bij je afscheid en keek met nieuwe ogen naar wat alles je daar hebt neergezet. Iedereen die ik sprak vertelde me dat het doel wat ons in 2009 stelden, is gerealiseerd. Iedereen is blij met het nieuwe élan in een dorp dat er in bouwkundig opzicht weer jaren tegen aan kan. Wil je Montje, Simon en de bakker de hartelijke groeten van ons overbrengen? En wist je al dat het dorpshuis het Hein de Haan Huis gaat heten?

Zoku, het keukentafel hotel

ZokuNajaar 2015 opent Zoku Loft Hotel, een nieuw hotelconcept van de bedenkers van CitizenM. Zoku is bedoeld voor mensen die gedurende langere tijd in een hotelkamer moet verblijven. De kamer is eigenlijk een slim ontworpen studio, waar niet het bed maar ‘een keukentafel’ de meest prominente plaats in neemt. Het hotel is gericht op een verblijf van een week tot drie maanden voor mensen die niet geven om de hoeveelheid sterren.

Batterij voor opslaan zelfopgewekte stroom

Tesla_powerwallAutofabrikant Tesla presenteert als eerste een batterij om energie die is opgewekt met zonnecellen of windmolens op te slaan. Een belangrijke doorbraak, want het grote probleem met deze energiebronnen is dat ze onvoldoende vermogen leveren om tijdens de piekuren voldoende stroom te leveren. De powerwall is 1,5 meter hoog en 1 meter breed en gaat tussen € 2.800 en € 3.100 euro kosten

Modern centraliseren

VL_modemuzes Zeven musea met een modecollectie hebben de handen in een geslagen en de gezamenlijke website Mode Muze ontwikkeld. Ze creëren hiermee  één centrale entree voor iedereen die is geïnteresseerd in mode, kostuums en accessoires. Met deze stap geven de musea op creatieve wijze invulling aan de moeilijk te realiseren wens om de modecollecties op een plek te verzamelen en te ontsluiten. Er werd al jaren gesproken over de mogelijkheid om een nieuw modemuseum te ontwikkelen, waarin deze collecties zouden worden samengebracht. Voor de deelnemende musea in feite niet zo’n aantrekkelijke optie, omdat ze daarmee het eigen mode en kostuums kwijtraken. Voor de musea is dit juist een aantrekkelijke doelgroep, heel anders samengesteld  dan het reguliere museumpubliek.

Het mes van Mode Muze snijdt aan twee kanten: de collecties worden virtueel samengebracht én binnen de samenwerking ontstaan programma’s voor doelgroepen als studenten en professionals in de mode. Via sociale media ontstaat ook een platform voor mode en kostuum kenners en liefhebbers voor het vinden en delen van kennis. Nu maar hopen dat een goed voorbeeld snel doet volgen, bijvoorbeeld voor Nederlands design.

Bekijkt de website op www.modemuze.nl

 

I-cane arriveert in NL

VL_I-caneIn 2000 kende de jury van de SWIFT prijs de prijs voor toe aan I-Cane, een intelligente blinden geleidestok. Vandaag is de officiële introductie in Nederland, negen jaar na de start van het project. Ik was lid van deze jury en ben heel blij dat een winnaar op deze manier in het nieuws komt vandaag. Daar doe je het uiteindelijk allemaal voor!

De SWIFT prijs werd tussen 1997 en 2012 uitgereikt aan jaarlijks één project dat  die  mensen aan elkaar wist te verbinden door innovatief gebruik van technologie.

 

Trendrede 2014: van polderen naar kanaliseren

Op dinsdag 10 september werd de vierde TRENDREDE uitgesproken, een cadeau voor burgers, bedrijven en bestuurders in Nederland en belangeloos samengesteld door tien trendwatchers.

De grote zaal van Seats-To-Meet in Utrecht zat bomvol en nog eens 350 mensen luisterden mee via de stream. Binnen een half uur na de start was #trendrede trending topic dankzij de 1641 tweets die werden rondgestuurd en bijna 4,3 miljoen impressies bereikten.

Het doel van de TRENDREDE is Nederland een uitgelicht pad richting de toekomst aan te bieden. En daarmee deden de trendwatchers waar de voorzitter van de Raad van State in april nog zo dringend om vroeg en wat premier Rutte maar niet lukt om op inspirerende wijze in te vullen: uitleggen wat de dynamiek is achter de veranderingen die wij allemaal elke dag ervaren en voorbeelden geven van mogelijke aanpakken. ‘Een crisis die vijf jaar aanhoudt, is geen crisis meer maar een signaal dat de wereld verandert. En dat is waar de overheid op moet reageren’, aldus Donner. Een oproep dus om uit het probleem te stappen dat crisis heet, te onderzoeken hoe de wereld verandert en welke ‘drivers of change’ daaraan ten grondslag liggen, om vervolgens te bedenken hoe je de zaken wel wilt vormgeven en dit ook ten uitvoer te brengen.

De trendwatchers gaven in hun TRENDREDE tientallen voorbeelden van die aanpak. Ik persoonlijk raakte enthousiast van de miniscanner SCANADU. Dit mini apparaatje geeft je in combinatie met een app de de mogelijkheid om zelf te meten hoe het er voor staat met je vitale lichaamsfuncties en dus ook zelf te onderzoeken hoe je de werking ervan in positieve zin kunt beïnvloeden. Goed nieuws in de week na het wereldcardiologen congres in Amsterdam, waar onomwonden werd gesteld dat die hele beroepsgroep overbodig wordt wanneer niemand meer rookt en we er in slagen om ons gewicht onder controle te houden. En stel je eens voor wat het effect daarvan is op de zorgkosten.

Terug naar de Trendrede. De grote vraag van deze Trendrede is wat voor kan zorgen dat het Nederlandse stuwmeer aan innovaties nu kan doorbreken naar de praktijk van alledag. Bestaande systemen, structuren en regels moeten van vorm veranderen, stellen de trendwatchers. De allerbelangrijkste opgave voor de overheid is dus om ervoor te zorgen dat zij niets doet wat het oude systeem in stand houdt en bij het ontwerp van nieuwe regelingen goed op te letten dat de transformatie naar een duurzame en gezonde samenleving wordt bevorderd.

Daarmee wordt duidelijk dat het besturingsmodel van het overheid zelf een transformatie behoeft: van ‘het polderen’ waarmee de grote vraagstukken van de 20ste eeuw werd aangepakt, naar ‘het kanaliseren’ in de 21ste eeuw. Kanaliseren is een besturingsmodel waarin de overheid actief de bakens uitzet en actief het maken van dwarsverbindingen stimuleert om veelbelovende innovaties uit te bouwen tot de nieuwe normale praktijk. Dat is de manier om het systeemelastiek op te rekken.

Na afloop ontspon zich in de zaal over dat deel van de Trendrede een interessant gesprek. Het zal zeker helpen als we in ons denkraam ruimte maken voor nieuwe oplossingen, maar is het noodzakelijk dat de innovaties aan de gang moeten met opschalen, groeien en uitrollen. Dit zijn nu juist de begrippen waarvan eerder werd vastgesteld dat ze behoren bij het oude denken.

Eén ding is zeker ondertussen: De transformerende overheid ondertussen krijgt de komende maanden een paar interessante testcases voor de kiezen, zoals het woon akkoord, het pensioen akkoord en de proefboringen naar schaliegas. Op al deze terreinen zijn interessante alternatieven voorhanden, die geen keuze afdwingen tussen het halfvolle of het half lege glas, maar de kraan gevonden hebben.

Hoe krijg ik ze mee?

Veel leidinggevenden hebben ermee te maken: medewerkers die zich verzetten tegen veranderingen. En veel medewerkers hebben ermee te maken: leidinggevenden die niet luisteren, oplossingen verzinnen die niet werken. En beide worden ze gek van de ander. Hoe komt dat?

Een aantal dingen gaan bijzonder vaak mis. Bijvoorbeeld: Veel mensen denken dat hun visie en hun wensen voor iedereen duidelijk zijn. Zij vergeten dat iedereen anders waarneemt, en dat iedereen vanuit zijn eigen positie kijkt. Het is dus vaak helemaal niet evident wat zij willen. Als je wil dat de ander iets weet of doet, zul je het hem of haar moeten laten weten.

Maar ook dat is niet zonder haken en ogen. Soms ontstaat er een machtsgevecht: de baas eist dat zijn regels gevolgd worden, de medewerkers verzetten zich actief of passief. Resultaat: geen. (Behalve een vervelende sfeer dan).

Aline bijvoorbeeld is arts in een grote en soms chaotische huisartsenpraktijk. Ze heeft het erg druk, doet veel dingen zelf, maar vindt eigenlijk al lang dat haar assistentes sommige taken moeten overnemen. Maar omdat ze van harmonie houdt, zegt zij dat niet. In plaats daarvan laat ze af en toe een paar opmerkingen vallen, in de hoop dat haar twee assistentes dat oppikken. En dat gebeurt niet.

Gefrustreerd gaat ze het gesprek aan met de assistentes. Ze deelt hen in duidelijke woorden en enigszins geëmotioneerd mee dat allerlei dingen vanaf nu anders georganiseerd worden, en dat ze een aantal taken van haar moeten overnemen. Ze stelt nieuwe regels en geeft opdrachten en deadlines. De assistentes reageren echter heftig op dit gesprek. Ze worden nukkig, zijn snel geïrriteerd, vergeten dingen, doen hun taken niet goed. Aline begrijp er niets van en is teleurgesteld: zo lang was zij een aardige leidinggevende. Nu ze een keer meer eist, wordt dat niet geaccepteerd. Is dat dankbaarheid?

Wat ging er mis? Omdat Aline niet duidelijk communiceerde, wisten de assistentes niet dat er iets niet goed ging. De strenge opdrachten en heftige reactie van Aline kwam voor hen uit de lucht vallen. Dat gaf hun het gevoel, onrechtvaardig behandeld te worden. “Nooit heeft Aline iets gezegd, en nu ontploft ze en moet opeens alles anders. We zijn toch geen slaven!”

Aline had beter een open gesprek aan kunnen gaan. Neem de tijd om met alle betrokkenen om tafel te gaan zitten. Vertel dat je het wil hebben over de organisatie van jullie werkzaamheden. Geef aan wat volgens jou goed gaat (heel belangrijk!) en waar jij moeite mee hebt, zonder nog oplossingen aan te dragen. Vraag ook je medewerkers wat volgens hun goed gaat en wat beter kan. Maak ook ruimte voor emoties! En luister.

Vervolgens kun je samen met je medewerkers bedenken hoe jullie de problemen op kunnen lossen. Natuurlijk kun je duidelijke doelen stellen (dat is zelfs handig). Maak gebruik van de kennis van je medewerkers, laat ze zelf bedenken hoe ze iets kunnen oplossen. Geef vrijheid, en stuur alleen bij als het nodig is.

De voordelen van deze manier van werken zijn legio: De kans is groot dat sommige problemen door meerdere mensen gezien worden. Mede daardoor kun je meerdere vliegen in een klap slaan. Je maakt gebruik van de kennis van je hele team. Je weet wat er gaande is in je organisatie. Je medewerkers voelen zich gehoord (zeer belangrijk!) en je daagt ze uit om mee te denken. Dat verhoogt hun motivatie, en levert waarschijnlijk veel bruikbare ideeën op. Misschien moeten jullie het werk anders verdelen? Wellicht geef jij onduidelijke opdrachten, en is dat een belangrijk probleem? Veel hangt af van jullie persoonlijkheden, posities en motivaties. Je vindt vaak de beste oplossingen als je dat van elkaar weet.

Klinkt het makkelijker gezegd dan gedaan? Volg als leidinggevende een training, dat ik samen met mijn collega Emilie Randoe van het Veranderlab geef: Succesvol werken als (midden)manager. Zodat je het zelf kunt oplossen!

Teamcoaching kan helpen, om het probleem op tafel te krijgen en te verhelpen. Voor huisartsenpraktijken is er een bijzonder aanbod (in aangepaste vorm ook voor andere organisaties beschikbaar).

Wat je zegt & wat je doet

Steeds meer Nederlanders worden steeds zwaarder. Inmiddels kampt 54% van de mannen en 43% van de Nederlandse vrouwen met overgewicht.  Respectievelijk 10 en 13% is ongezond zwaarlijvig. In Europa heeft een derde van de kinderen overgewicht. Zelf ben ik ook in één van die Nederlanders die echt een paar kilo te zwaar is.

De  Wereld Gezondheid Organisatie kenschetst de toename van het overgewicht als een ‘global epedemic’.  In Nederland is overgewicht oorzaak nummer twee van ziekten. De overheid en de zorgverzekeraars maken zich dus grote zorgen. De oplossingen tegen overgewicht en obesitas zijn wel ongeveer bekend: vooral minder en gezonder eten en meer bewegen. Maar hoe krijgen we ons zover?

Het beleid op dit gebied komt van de partners in het Convenant Gezond Gewicht, dat werd ondertekend door ruim 25 partijen. Denk aan de FNV,  De Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties, het Groenten Fruit Bureau en de PO, VO en MBO Raad, kortom de usual suspects uit het maatschappelijk middenveld. De convenantpartners stellen doelen op, doen beleidsvoorstellen, voeren beleid uit en monitoren de voortgang.

Op de website van het convenant staat dat het managen van het gewicht een zaak is van het individu.  Dat geloof ik graag en ik neem ook verantwoordelijkheid voor mijn taille omvang. ‘Maar’, zo stellen de convenantpartners,  ‘het is ook belangrijk dat de omgeving de gezonde keuze mogelijk en makkelijk maakt’.

En hier wringt  hem nu juist de schoen.  Makkelijk te consumeren impuls voedsel is op steeds meer plekken te krijgen. De strijd die hierdoor ontstaat, beleef ik tegenwoordig praktisch elke dag. Ik ben vaak op pad met het openbaar vervoer tussen vijf en zeven ‘s middags. Een gevaarlijk tijdstip, want mijn maag knort en het duurt nog even voordat ik aan tafel ga. Tot mijn grote ongeluk belandde ik onlangs in de nieuwe reizigers traverse van Rotterdam Centraal: zeker twintig meter breed met de ene aanbieder van geurig gemaksvoedsel naast de andere.  Ik hield mijn ogen gefocust op spoor 11 en loodste mezelf er in ijltempo langs. Wat verlangde ik opeens naar die oude DDR-tunnel, met alleen dat bloemenstalletje en die kiosk met onappetijtelijke uitgedroogde saucijzenbroodjes.

Zo’n verschil tussen wat met de mond beleden wordt en in de dagelijkse praktijk zichtbaar wordt, heet in het verandervak het verschil tussen de ‘expoused values’ en de ‘values in use’. Hoe druk maken we ons eigenlijk echt over de gevaren en de kosten van overgewicht, als we toestaan dat al onze openbaar vervoer terminals drijven op de verkoop van hoofdzakelijk ongezond voedsel dat niemand echt nodig heeft? Wie gaat er zorgen voor een evenwichtiger winkelaanbod in de traverses van alle stations die zich de komende jaren nog gaan ontwikkelen tot een Openbaar Vervoer Terminal. Ik wens convenant voorzitter Paul Rösenmuller veel succes en houd ondertussen manmoedig mijn kaken op elkaar.

Inspiratie voor CIPO

Veranderlab leverde op 4 april jl een bijdrage aan de studiemidddag over ‘Toezichthouden tijdens Fusies’ die de Commissie Integriteit Publlieke Omroep organiseerde voor bestuurders en toezichthouders van de Publieke Omroep. Een precair onderwerp zo weten wij van Veranderlab uit onze eigen ervaring als toezichthouders, bestuurders maar ook als adviseurs op dit gebied.

Twee bekende knelpunten in de relatie tussen bestuurder en toezichthouders zijn de ‘vrees om als toezichthouder op de stoel van de bestuurder te gaan zitten’ en de tegenovergestelde ervan, de vraag hoe je als toezichthouder datgene kunt weten waarvan je niet weet dat je het moet weten. Over beide knelpunten was het afgelopen jaar veel te doen naar aanleiding van affaires bij diverse woningbouw corporaties en zorginstellingen.

Vrees voor conflicten kan werkrelaties behoorlijk verpesten. Voor goed toezicht en goed bestuur is een goede relatie tussen bestuur en toezicht van levensbelang. Hoe kun je er voor zorgen dat je goed voorbereid bent wanneer het heetst van de strijd losbarst? Voor restaurateurs is dit de dagelijkse routine van de ‘mise-en-place’.  Alles, maar dan ook alles wordt tot in de puntjes voorbereid. Daardoor kunnen de koks zich als de service eenmaal begonnen is, zich volledig concentreren op de taak om het bestelde binnen een acceptabele tijd in topconditie op tafel te krijgen.  Je zou het ook voordenken kunnen noemen. Wat gaat er de komende tijd op ons afkomen? Wat verstaan wij onder goed bestuur? En onder goed toezicht? Een dergelijk gesprek kan heel veel opleveren als je er ook de belangrijkste stakeholders van de organisatie bij betrekt.

Met een goede ‘mise-en-place’ kun je de beruchte stoelendans binnen de perken houden. Maar er nog een keerzijde van de medaille: hoe weet je als toezichthouder datgene waarvan je niet weet dat je het weten moet. Lastig als je enige bron van informatie de bestuurder is en informatie die door de organisatie is geproduceerd. Een adviseur die hier veel over dit soort vragen heeft nagedacht, is Paul Valens. Hij spreekt in dit verband over het spel tussen de hond en de kat. De hond is de figuur die binnen de organisatie moet zorgen dat de boel bij elkaar blijft, voor de sturing zorgt en met de oplossingen komt. De hond houdt focus en houdt het oog op de resultaten. Naast het spel van de hond is er het spel van de kat. Dat is een meer individualistisch ingesteld dier, dat op zachte kussentjes door de wereld sluipt. Vragen stelt en hypotheses formuleert. Zich bezighoudt met de impact. Bijstuurt. Bestuur en toezichthouders moeten dus het spel van de hond en dat van de kat leren spelen, en ten behoeve van een goede ‘mise-en-place’: ook het spel met elkaar.

Dat het belangrijk is om aandacht aan dat onderlinge spel te besteden, heeft alles te maken met een belangrijke complicerende factor in de relatie tussen bestuurders en toezichthouders: de meeste mensen worden tot het meer katse toezichthouden geroepen doordat zij het ergens als hond uitstekend hebben gedaan. Daar kan zo’n bestuurder dan flink last van hebben.

Curriculum Illusione

Morgen  op bezoek bij de mensen die bezig zijn met de Transitie Jeugdzorg in Drenthe om een inspiratiedag voor te bereiden. En dus al een hele week af en aan op zoek naar inspirerende voorbeelden voor Jeugdzorg 2.0, of wat mij betreft nog liever 3.0. Na tientallen websites waarop zich heel wat ‘damschreeuwers’ drukmaken op fora, schoot me opeens het Curriculum Illusione van Marije ten Brink en Eric Wie te binnen. Een website waar je op een tijdlijn niet je cv neerzet, maar je toekomst uitplot.